In “De Bonte Bentheimer” schetst Martin Woestenburg een liefdevol en eigenzinnig portret van een varken dat net zo tegendraads is als de mensen die het houden. Dit zwartgevlekte ras leeft niet in stallen, maar in bossen en weiden, waar het de ruimte krijgt om te zijn wie het is. Geen eenheidsworst, maar vlees met karakter; rijk van smaak en geworteld in traditie.
De Bonte Bentheimer is een zeldzaam ras dat zich niet laat vangen in de kaders van de moderne varkenshouderij. Toch ontstond het in dezelfde periode als het ‘industriële’ varken, en juist die parallel maakt het verhaal zo bijzonder. Martin neemt je mee langs de geschiedenis van het wild zwijn, het jagen in het Bentheimer Wald, boerenvrouwen die vielen voor varkens met zwarte vlekken, en de zoektocht naar een eigen varkensidentiteit. Oude genen krijgen hier een nieuwe toekomst.
Met zijn scherpe pen en warme blik laat Martin zien dat dit varken meer is dan een dier—het is een symbool van verzet, van smaak, van verbondenheid met het landschap. En voor je het weet, ben je verkocht. Want wie “De Bonte Bentheimer” leest, gaat van dit varken houden.





