Voor wie zich graag verliest in de wereld van paddenstoelen, is “De grote paddenstoelengids voor onderweg” een ware ontdekkingstocht. Met meer dan 1.000 soorten die stuk voor stuk zijn beschreven én afgebeeld, plus nog eens 200 extra soorten in kort bestek, is dit boek een schatkamer voor elke natuurliefhebber en amateur-mycoloog.
Je vindt er alles wat je nodig hebt: van uiterlijke kenmerken en groeiperiodes tot vindplaatsen en eetbaarheid. En ja, bij eetbare soorten wordt je ook gewaarschuwd voor lookalikes die je liever niet op je bord hebt liggen. Dankzij het overzicht van vaktermen en de gedetailleerde tekeningen van microscopische kenmerken wordt het determineren een stuk eenvoudiger, zelfs als je nog nooit een sporenprint hebt bekeken.
En voor de duidelijkheid: dit is géén receptenboek. Dus laat de koekenpan nog even staan en duik eerst in de fascinerende wereld van zwammen en schimmels.





